interview agrarisch
Dit zijn Lizabeth en Eva
Toen we aan het eind van het interview de vraag stelden wat hun motto is, keken Lizabeth van Dooren-Gerritsen (55) en Eva Vingerhoets (20) elkaar aan en zeiden in koor “Opgeven is geen optie!”. Een mooi motto dat een interessant en levendig gesprek kenmerkt met deze twee boerinnen. Een gesprek vol passie voor dieren en het boerenleven, met drempels en vooroordelen die moeten worden overwonnen en de kracht om door te gaan om je dromen te bereiken.
“Als mijn broer het had gewild dan had ik als meid aan het kortste eind getrokken.”
Droomde je er vroeger al van om boerin te worden?
Lizabeth vertelt dat ze vanaf de lagere school al boerin wilde worden en het bedrijf van haar ouders wilde overnemen. “Maar ik heb een broer, die jonger is dan ik.” “Vaak is het zo dat jongens in het gezin bedrijfsopvolgers worden.” Dat haar broer dat niet wilde was voor Lizabeth een lot uit de loterij: “Als mijn broer het had gewild dan had ik als meid aan het kortste eind getrokken”.
“Ik ben eigenlijk wel een meisje-meisje dat ook graag met andere meiden omgaat.”
Ook voor Eva was het stiekem altijd de ambitie om boerin te worden, ondanks dat ze niet op een boerenbedrijf is opgegroeid. “Mijn vader was weliswaar koeienboer, maar is daarmee gestopt voordat ik ben geboren.” “Zelf heb ik meer met kleinere dieren zoals geiten en varkens.” Dat bracht Eva naar de landbouwschool, maar niet zonder twijfels: “Hoe moest ik uitleggen dat ik boerin wilde worden zonder een eigen bedrijf thuis?”. Daarnaast vond Eva het vervelend om alleen met jongens in de klas te zitten, “want ik ben eigenlijk wel een meisje-meisje dat ook graag met andere meiden omgaat”. Deze twijfels hebben Eva er niet van weerhouden haar passie voor het boeren te volgen en naar de landbouwschool te gaan.
“Als het gaat om het verzorgen van dieren, steek ik er met kop en schouders bovenuit.”
Is het volgens jullie belangrijk dat er zowel mannen als vrouwen in jullie sector werken, en waarom?
Zowel Lizabeth als Eva zien het werken van zowel mannen als vrouwen in de agrarische sector als een mooie aanvulling op elkaar. “Vrouwen zijn veel gevoeliger voor het verzorgen van dieren, waar mannen hun kracht als grootste pluspunt hebben.” “Als het gaat om het verzorgen van dieren, steek ik er met kop en schouders bovenuit.” Eva vult daarop aan: “Ik voeg wel veel precisie toe. Bij inseminatie moet er met meer beleid worden omgegaan en het moet heel zorgvuldig gebeuren; dat wordt vaker door vrouwen gedaan. Mannen zijn daarin veel rauwer. Het technische en het tractorwerk zijn mannen vaak beter in. Ik denk dat de combinatie elkaar goed aanvult.”
Zijn er dingen waar je tegenaan loopt met betrekking tot diversiteit of geslacht?
“Kracht toch wel”, vertelt Lizabeth. “Ik vind dat vooroordeel ook lastig. Als ik over het bedrijf vertel en refereer naar ‘ons pap’ dan is iedereen verbaasd dat het zo in elkaar zit dat ik het bedrijf heb overgenomen.” In vergaderingen op haar werk zit Lizabeth eigenlijk alleen tussen mannen. Ze heeft zich daardoor nooit achtergesteld gevoeld “maar je moet je daardoor wel meer bewijzen; zodra je aan tafel zit moet je wel eerst laten zien dat je er echt verstand van hebt”.
Ook Eva herkent dit ook. “Er moet meer worden gekeken naar de persoon en niet naar of het een man of vrouw is. In mijn ervaring doen ze dat echt veel te weinig.” Eva komt voor haar werk ook in België en Frankrijk en merkt dat ze daar sneller een ‘mannending’ mag doen, zoals op de tractor rijden. “In Nederland wordt snel gezegd dat dat niet aan mij is. Ze lopen in het buitenland dan toch wel een beetje voor.”
“Er moet meer gekeken worden naar de persoon en niet naar of het een man of een vrouw is.”
Hadden ze bij jullie thuis specifieke verwachtingen voor jouw toekomst?
Eva is door haar vader altijd gestimuleerd om de agrarische sector in te gaan. “Alleen de keuze voor varkens snapte hij niet, hij vindt koeien veel mooier”, vertelt Eva lachend.
Bij Lizabeth ging dat heel anders. Haar ouders hebben haar niet gestimuleerd in de keuze om de agrarische sector in te gaan, ze ontraden het haar zelfs. “Wordt geen boerin” zo zei haar moeder eens tegen haar. In plaats van naar de landbouwschool ging Lizabeth daarom eerst ook naar de huishoudschool. Nadat ze vaak voor haarzelf is opgekomen ging ze uiteindelijk naar de MAS. “Ik heb gewoon doorgezet om mijn doel te bereiken. Ben lekker eigenwijs geweest en hebt er tegenin ‘gebokt’”.
Wat zou je nog graag aan de ander willen vragen?
Beide boerinnen zijn nieuwsgierig naar hoe de ander haar eigen toekomst ziet. Zo wil Eva graag een eigen bedrijf met eigen dieren en dan het liefst op eigen kracht “niet via mijn toekomstige vriend”. Lizabeths zoon heeft wel de intensie om het bedrijf over te nemen lukt dit om een of andere reden niet dan wil ze zowiezo zelf nog graag een tijd door ,”puur omdat het mijn passie is en ik bezig wil blijven.
En wat zouden jullie tegen je “jongere ik” zeggen met de kennis die je nu hebt?
Lizabeth ziet in Eva haar jongere ik: “Als ik Eva zo hoor dan hoor ik precies mezelf. Zorg dat je je mannetje staat. Ga je dromen achterna en laat je niet zomaar aan de kant zetten.”
Eva zegt: “Ik ben blij dat ik altijd heb doorgezet, niet opgeven! Je blijft er potentie in zien, dus je moet het gewoon gaan doen.” Voor haar doet het pijn dat nu zoveel boeren moeten stoppen. Daar laat Eva zich echter niet door tegenhouden. Als het moet is ze zelfs bereid om in een land als Frankrijk een boerenbedrijf te starten: “Als het hier niet lukt, wat moet ik dan hier? Als mijn passie bij het boeren ligt, ga ik verder zoeken.” En zo sluiten we het interview af met een optimistische boodschap, waarbij het glas halfvol is.
“Zorg dat je je mannetje staat. Ga je dromen achterna en laat je niet zomaar aan de kant zetten.”
Opgeven is geen optie
